Hoe werkt ons gehoor?
Theorie over geluid
Het is belangrijk om te weten dat geluiden bestaan uit onzichtbare trillingen die zich door de lucht voortbewegen. Dit noemen we geluidsgolven, elk geluid heeft een eigen vorm en structuur (frequentie en amplitude), deze twee eigenschappen bepalen de vorm van de geluidsgolf. Dat is meteen ook de reden waarom een vogel anders klinkt dan een vliegtuig.
Onze oren vangen deze geluidsgolven op. Via de werking van het binnenoor (cochlea) worden die 'vertaald' naar elektrische zenuwimpulsen (boodschappen) die onze hersenen kunnen begrijpen. Hoe goed zij worden opgevangen en hoe helder ze naar onze hersenen worden gestuurd is afhankelijk van hoe goed onze oren functioneren.
De onderdelen van het oor
Het menselijk oor wordt in drie delen ingedeeld: het buitenoor (de oorschelp in de gehoorgang), het middenoor (met de drie gehoorbeentjes) en het binnenoor of de cochlea. De oorschelp vangt de geluidsgolven op en brengt ze via de gehoorgang naar het trommelvlies. De geluidsgolven doen het trommelvlies trillen en deze trillingen worden door de gehoorbeentjes sterker overgebracht naar de cochlea. Het vocht in de cochlea gaat trillen en zet de haarcellen in beweging. Deze haarcellen worden daardoor aangezet om elektrische zenuwimpulsen naar de hersenen te sturen. Onze hersenen verwerken deze impulsen en op die manier kunnen we geluid horen en begrijpen.
Om natuurlijk te kunnen horen is het belangrijk dat al deze onderdelen goed werken.
Het natuurlijk horen
1. Het geluid komt binnen via het buitenoor (de gehoorgang)